Lente!
Beeldend Modern 4D
BEELDBESCHOUWING
'Le sacre du printemps' geldt als een van de meest revolutionaire werken van de 20e eeuw. 'Le sacre du printemps' is een ballet van Serge Diaghiles Ballet Russes op de muziek van de Russische componist Igor Stravinsky, met een choreografie van de danser Vaslav Nijinsky en met decor en kostuumontwerpen van de kunstenaar Nikolaj Rjorich. 'Le sacre du printemps' ging op 29 mei 1913 in premiere. Het stuk duurt ongeveer 34 minuten. Het ballet bestaat uit twee delen: L’Adoration de la terre (de aanbidding van de aarde) en Le sacrifice (het offer). Het ballet geeft een prehistorische wereld weer. Een jonge maagd is uitverkoren om zich letterlijk dood te dansen, als offer aan de zonnegod. Dit is te zien als inwijding van de lente. Als je de titel naar het Nederlands gaat vertalen heet het stuk ‘De inwijding van de Lente’, of ‘Lenteoffer’.
Tegenwoordig wordt de muziek van 'Le Sacre du Printemps' vaak in de concertzaal uitgevoerd als zelfstandig stuk. Het ritme van het orkest heeft een heel duidelijke rol in het stuk. Vaak dient de muziek om het ritme meer vorm te geven en niet andersom. Ook de choreografie van Vaslav Nijinski was vernieuwend en had nauwelijks iets te maken met het traditioneel ballet. De dag na de opvoering stond er in de kranten: ‘Ce n’est pas le sacre du printemps, mais le massacre du tympan’ (Het is niet het lenteoffer, maar de slachting van het trommelvlies). Het was niet zozeer de muziek van Igor Stravinski die zorgde voor grote opschudding, maar vooral de choreografie van Nijinksy, die woester en wilder was dan wat men ooit had meegemaakt. Deze dans was een afkeer van de klassieke periode. Dat kan je zien aan de dans: de dansers waren gekleed als boeren, schudden met hun lichaam en stampten met hun voeten op de grond.
Gemaakt door: Anouk en Nikki
BEELDASPECTEN
Als je kijkt naar Le sacre du printemps valt het meteen op dat het geheel heel donker is gehouden. We zien een zwarte ruimte met een donker paarsige vloer. Ook het licht dat op de dansers schijnt heeft een paarse gloed.
Ook de ruimte is hier een belangrijk beeld aspect. Er wordt goed gebruik gemaakt van alle ruimte op het toneel. Een groepje dansers staat centraal in het midden de rest danst eromheen. Als eenmaal de maagd is uitverkoren om zich op te offeren door zich dood te dansen is het hele toneel van haar de rest van de dansers liggen aan de zijkanten naar haar te kijken. Zo staat zij in het middelpunt.
Ook de vorm speelt een belangrijk aspect in dit stuk. De lichaamsvormen die de dansers aan nemen zijn hoekig, wild en grof. De dans en de bewegingen van de dansers vormen het beeld van dit stuk. De choreografie is bewust zo gemaakt als een afkeer tegen het klassieke ballet. De choreografie was woester en wilder dan de mensen ooit hadden gezien, totaal anders dan het klassieke ballet met de mooie en perfecte bewegingen.
gemaakt door Tijana
DIALOOG:
FASE 1: ASSOCIATIE (startvraag)
Juf: Wat zie je hier?
Kind: Er zijn blote mensen gek aan het dansen. Ik ga ook altijd bloot onder de douche!
Juf: Ja, dat klopt. Maar zie je verder nog iets?
Kind: Ik zie alleen de mannen en vrouwen die bloot lijken, en verder is er niets op het podium.
Juf: Wat vind je van de kleuren? Vind je het mooie kleuren?
Kind: Ik zie niet zoveel kleuren. Ik vind het een beetje niet zo mooi.
FASE 2: VOORSTELLING (onderzoeksvraag)
Juf: Wat vind je van het hele stuk? Vind je het mooi of niet?
Kind: Ik vind het een beetje vreemd en weet niet precies wat het is. Ik vind het maar raar dat ze niks zeggen.
Kind2: Waarom dansen ze dan zo?
Juf: Nou weet iemand dat?
Kind: *Stil*
Juf: Ik vind het erg mooi, maar snap dat jullie het lastig vinden.
Kind: Vind je dat mooi? Daar snap ik niks van.
********************** Hier houdt de dialoog op voor de basisschool **********************
FASE 3: EXPRESSIE (analysevraag)
Juf: Wat doet het met jou, als je naar dit stuk kijkt? Welk gevoel krijg je? Word je er vrolijk van, of juist heel verdrietig?
Kind: Ik krijg depressieve gevoelens, en vind het vervelend om naar te kijken. Kunnen we niet wat anders gaan kijken?
FASE 4: LEERBAAR
Juf: Igor Stravinsky is de maker van dit stuk, dit stuk heet Le sacre du Printemps. Wat zal meneer Stravinsky nou bedoeld hebben met dit stuk? Hij heeft het immers niet voor niets gemaakt…
Kind: Dit vind ik moeilijk…
Juf: Is het ook, ik zal het verklappen: ‘Het ballet geeft een prehistorische wereld weer. Een jonge maagd is uitverkoren om zich letterlijk dood te dansen, als offer aan de zonnegod. Dit is te zien als inwijding van de lente. Als je de titel naar het Nederlands gaat vertalen heet het stuk ‘De inwijding van de Lente’, of ‘Lenteoffer’. Waar kan je dat nu in terugzien?
Kind: De bewegingen van de mensen (stampen/lomp bewegen) geven de prehistorie weer. Ook leken ze naakt, en dat was in de prehistorie ook.
Juf: Dit stuk is in première gegaan in 1913. Wie weet hoe de stukken er voor deze tijd uitzagen?
Kind: Was dat niet ballet en opera?
Juf: Dat klopt. Waarom zal deze meneer nou iets anders hebben gemaakt?
Kind: Wilde hij anders doen?
Juf: Heel goed, deze meneer wilde waarschijnlijk iets nieuws brengen, iets vernieuwends! Voor welke mensen zou hij dit stuk gemaakt hebben?
Kind: Mensen die ook vernieuwend denken en zijn. Maar misschien heeft hij het juist ook gemaakt voor de mensen die in het oude vertrouwde blijven hangen. Hij wilde de massa shockeren/hij wilde zich afzetten van de maatschappij.
Juf: Welk beeldaspect is het belangrijkste in dit stuk?
Kind: Misschien de muziek?
Juf: Heel goed, maar er is nog iets en denk dan aan de dans…
Kind2: De choreografie?
Juf: Knap! De muziek en de choreografie verwijzen naar de bedoeling van de maker.
FASE 5: EIGEN MENING (speculatieve vraag)
Juf: Nu hebben we het erover gehad wat je zag, welk gevoel je erbij krijgt en wat de maker erbij bedacht heeft, maar nog veel belangrijker eigenlijk: ‘Wat vind je er nu eigenlijk van?’
Kind: Ik heb er helemaal niks mee want ik hou niet van dansen.
Kind2: Ik dans zelf ook, maar ik zou echt niet in zo’n stuk willen dansen!
Kind3: Het jaagt mij een beetje een angstig gevoel aan, daar voel ik mij vervelend bij.
Kind4: Ik vind het een beetje vreemd, maar het heeft wel iets aparts, iets moois.
Juf: Wat is dat aparte, mooie dan?
Kind4: Ze doen het allemaal gelijk, blijven goed in hun rol (moeten niet lachen) en het is één groep.
Gemaakt door: Nathalie en Nikki