Lente!

Lente!
De tijd van de lammetjes :)

Beeldend probleem

Deze les is voor groep 7.
We vertellen een lenteverhaal op een beeldende manier. De leerlingen vormen hierbij hun eigen ideeën. De ideeën die ze opdoen, gaan ze in een schilderij verwerken. Ze maken een beeld uit het verhaal (lentelandschap) waar sowieso een vrolijk lammetje in voor komt. De leerlingen mogen geen lammetje schilderen met een vrolijk gezichtje. Aan de vorm (beeldaspect) en de kleuren (beeldaspect) moet te zien zijn dat het lammetje vrolijk is. De leerlingen mogen alleen gebruik maken van de primaire kleuren. Ze mogen deze wel tot nieuwe kleuren mengen.
Beeldend probleem: de leerlingen moeten hun eigen ideeën bij het verhaal omzetten in een schilderij en ze moeten op hun eigen manier een vrolijk lammetje schilderen.
Technisch probleem: de leerlingen moeten zelf de primaire kleuren mengen om tot nieuwe kleuren te komen.

Gemaakt door: Nathalie, Anouk en Nikki

WERKPROCESSEN
Deze opdracht valt onder het ontwerpproces, want bij deze opdracht staat het probleem centraal. De kinderen moeten verschillende oplossingen vinden en deze verwerken in het schilderij. Door eerst goed na te denken en met de verf te experimenteren, komen ze vanzelf tot inzichten die ze gaan gebruiken om hun authentieke schilderij te maken. Ze zijn dus erg creatief bezig. Als leerkracht moet je d.m.v. vragen stellen de kinderen stimuleren om verder te experimenteren en tot het beste resultaat te komen. Door deze motivatie zullen de kinderen positief aan hun schilderij verder gaan en hierbij veel ervaring opdoen. Door vantevoren goed na te denken, zijn ze bezig met het leren plannen van hun schilderij.

Deze opdracht valt niet onder het traditioneel ambachtelijke werkproces, omdat er niks wordt gereproduceerd. De leerkracht houdt geen voorbeeld voor die de kinderen namaken. Dit werkproces heeft als voornamelijk doel: het aanleren van vaardigheden, motorische ontwikkeling en het precies en netjes werken. Dit is echter niet het doel van onze opdracht. Bij onze opdracht is meer het doel dat de kinderen met creatieve oplossingen komen.

Deze opdracht valt ook niet onder het experimentele werkproces, omdat bij dit werkproces nog niet vaststaat wat het moet gaan worden. Door te experimenteren met materialen en deze te combineren, ontstaat er iets. Bij onze opdracht is vooraf bepaald wat het moet gaan worden. De manier van uitwerken mogen de kinderen alleen zelf invullen. Dit is een wezenlijk verschil.

Gemaakt door: Nikki en Nathalie

PROCESFASEN IN LESPLAN
Het basisplan bestaat uit:
- Receptieve fase
In deze fase vertellen wij het lenteverhaal. Hiermee is gelijk ons thema duidelijk. We laten er bewust geen beelden bij zien, zodat de kinderen niet beïnvloed worden en daarom hun eigen creativiteit moeten aanspreken. Uiteraard praten we wel even over het verhaal. We vragen o.a. wat voor beelden ze erbij hebben gekregen en wie er al ideeën heeft.
- Productieve fase
In deze fase formuleren we het beeldend probleem zoals hierboven beschreven (vrolijk lammetje uitgedrukt in de beeldaspecten vorm en kleuren). Ook het technisch probleem wordt vermeld in deze fase. Automatisch heb je dan het beeldend en technisch doel genoemd. Na de uitleg van de opdracht gaan de kinderen zelf experimenteren en oplossingen zoeken voor het beeldend en technisch probleem aangezien er geen concreet voorbeeld is gegeven. Uiteraard begeleiden we de kinderen in dit proces.
- Reflectieve fase
In deze fase staat het reflecteren centraal. De kinderen presenteren hun eigen schilderij aan de rest waarbij we met z'n allen kijken of de doelen (beeldend en technisch) zijn behaald. Door elkaars werk te bekijken, leren ze ook nog onbewust een stukje beeldbeschouwen.

Gemaakt door: Nikki en Nathalie

Deze les is voor groep 7.
We vertellen een lenteverhaal op een beeldende manier. De leerlingen vormen hierbij hun eigen ideeën. De aansluitende opdracht is dat ze het lammetje uit het verhaal gaan maken. Deze is vrolijk. Aan de kleuren (beeldaspect) en de vorm (beeldaspect) moet te zien zijn dat het lammetje vrolijk is. Ze mogen wol en karton als materiaal gebruiken.
Beeldend probleem: de leerlingen moeten de emotie van het lammetje terug laten komen in de kleuren en de vorm.
Technisch probleem: de leerlingen moeten van wol en karton een lammetje maken.

WERKPROCESSEN
Deze opdracht valt onder het ontwerpproces, want bij deze opdracht staat het probleem centraal. De kinderen moeten verschillende oplossingen vinden en deze verwerken in het lammetje. Door eerst goed na te denken en met de wol en het karton te experimenteren, komen ze vanzelf tot inzichten die ze gaan gebruiken om hun authentieke lammetje te maken. Ze zijn dus erg creatief bezig. Als leerkracht moet je d.m.v. vragen stellen de kinderen stimuleren om verder te experimenteren en tot het beste resultaat te komen. Door deze motivatie zullen de kinderen positief aan hun lammetje verder gaan en hierbij veel ervaring opdoen. Door vantevoren goed na te denken, zijn ze bezig met het leren plannen van hun product.

Deze opdracht valt niet onder het traditioneel ambachtelijke werkproces, omdat er niks wordt gereproduceerd. De leerkracht houdt geen voorbeeld voor die de kinderen namaken. Dit werkproces heeft als voornamelijk doel: het aanleren van vaardigheden, motorische ontwikkeling en het precies en netjes werken. Dit is echter niet het doel van onze opdracht. Bij onze opdracht is meer het doel dat de kinderen met creatieve oplossingen komen.

Deze opdracht valt ook niet onder het experimentele werkproces, omdat bij dit werkproces nog niet vaststaat wat het moet gaan worden. Door te experimenteren met materialen en deze te combineren, ontstaat er iets. Bij onze opdracht is vooraf bepaald wat het moet gaan worden. De manier van uitwerken mogen de kinderen alleen zelf invullen. Dit is een wezenlijk verschil.

PROCESFASEN IN LESPLAN
Het basisplan bestaat uit:
- Receptieve fase
In deze fase vertellen wij het lenteverhaal. Hiermee is gelijk ons thema duidelijk. We laten er bewust geen beelden bij zien, zodat de kinderen niet beïnvloed worden en daarom hun eigen creativiteit moeten aanspreken. Uiteraard praten we wel even over het verhaal. We vragen o.a. wat voor beelden ze erbij hebben gekregen en wie er al ideeën heeft.
- Productieve fase
In deze fase formuleren we het beeldend probleem zoals hierboven beschreven (vrolijk lammetje uitgedrukt in de beeldaspecten vorm en kleuren). Ook het technisch probleem wordt vermeld in deze fase. Automatisch heb je dan het beeldend en technisch doel genoemd. Na de uitleg van de opdracht gaan de kinderen zelf experimenteren en oplossingen zoeken voor het beeldend en technisch probleem aangezien er geen concreet voorbeeld is gegeven. Uiteraard begeleiden we de kinderen in dit proces.
- Reflectieve fase
In deze fase staat het reflecteren centraal. De kinderen presenteren hun eigen lammetje aan de rest waarbij we met z'n allen kijken of de doelen (beeldend en technisch) zijn behaald. Door elkaars werk te bekijken, leren ze ook nog onbewust een stukje beeldbeschouwen.

Gemaakt door: Nathalie, Nikkie, Anouk en Tijana